LA TRÈS ILLUSTRE COMPAGNIE DU CHAT NOIR - EXTRAORDINAIRE

Zes jaar is het al geleden, dat “La Vendange” verscheen. Dat was toen een plaatje dat ten huize van ondergetekende op flink wat bijval kon rekenen, al was het maar omdat er enige verwantschap bleek met de 17 Hippies, al waren het vooral echo’s van Brel, Waits en Cohen die de boventoon voerden. Vandaag is het Nijmeegse gezelschap er dus met de opvolger en blijkt de kloof met de Hippies zo goed als gedicht: het instrumentarium -en dus ook de bezetting- werd uitgebreid met zaken die hier altijd op instemmend geknik kunnen rekenen: zingende zaag, tuba, trombone, darbuka…ik vermeld er maar een paar, maar het zijn wel die instrumenten, die de nummers dat tikkeltje extra geven en ons de plaat resoluut naar de afdeling “wereldmuziek” laten verhuizen.

Als ik goed geteld heb, zie ik op de foto aan de binnenkant van de overigens erg mooie hoes van de plaat een compleet dozijn muzikanten en als ik het bijhorende namenlijstje overloop, moet ik enigszins tot mijn scha en schande toegeven dat er tussen de dertien, die dààrop staan, niet al te veel zijn, die bij mij een of ander belletje doen rinkelen. Rick Bosch, Daan Van Haren en Marijn de Valk waren destijds de oprichters van het gezelschap, waartoe ook Imke Loeffen behoort en haar kennen we dan weer van Bootleg Betty, dat vrouwelijke Nijmeegse vijftal, van wie de “Left The Barn”-CD weleens voor een vrolijke zaterdagavond zorgt in de villa H.

De twaalf nummers van de nieuwe plaat klokken in nauwelijks 32 minuten af, wat er alvast op wijst dat enige snelheid van uitvoering niet meteen geschuwd wordt, al mikt de plaat duidelijk niet enkel op de dansbenen. Nochtans, met de Klezmer- en Balkaninvloeden, uitgebreid met wat Oriëntaalse fraseringen, nodigt de plaat ook niet meteen tot stilzitten uit. Dat blijkt al uit opener “Mes Camarades”, waarin Daan Van Haaren opgevoerd wordt als “Monsieur de Cheveux”: een heerlijk nummer om een plaat mee te openen en als je wat nader gaat luisteren naar het over het algemeen vrij correcte Frans waarin alle teksten gesteld zijn -al zijn er soms wat vervoegingsproblemen en had de achterkant wat beter nagelezen mogen worden-, merk je ook een flinke dosis sociale bekommernis. ’s Mensen lot, de worstelingen, collectief en individueel…het zijn allemaal thema’s die passeren, maar één ding gemeen hebben: het “buitengewone”. Of dat nu de eenzaat uit de titelsong is, of de vluchteling, die in onze Lage Landen op eenstemmige onverschilligheid kan rekenen (“Le Pays de Tolérance”, L’Orientaliste”, “Devant la Frontière” en vooral afsluiten “Le Péril Étrange), of het individu dat in de spiegel kijkt en niet blij is met wat hij ziet (“Je Proteste” of “”Peine Perdue”).

In “Alain Delon” gaat het totaal niet over de Franse acteur met die naam, maar werd die naam alleen gebruikt omdat-ie lekker bekt. Dat hoort bij de zelfrelativering die de band uitstraalt en die zich vertaalt in de mate waarin en de manier waarop ze met zovelen echt samenspelen. Dat levert, al met al, een heerlijke plaat op, die fééstelijk klinkt als het kan, maar tot nadenken stemt als het moet. U mag rustig verder lezen, maar van mij hoeft u hierover niet één kwaad woord te verwachten !

(Dani Heyvaert)


Artiest info
Website  
 

label: Kroese Records

video